Transliteratie.
Bij een vertaling van een Egyptische hiërogliefentekst wordt altijd gebruik gemaakt van een klankweergave van de Egyptische woorden. Deze weergave wordt transliteratie genoemd en wordt geschreven met een apart lettertype. Lees er meer over op onze website www.egyptologie.nl
Op de koningslijst en de koningskaarten laten we deze transliteraties weg. We geven alleen de Nederlandse klank en de vertaling weer.
De titels en namen van de farao.
Vanaf de late 5de dynastie bestaat de volledige titulatuur van een farao uit vijf titels die vanaf het Middenrijk een vaste volgorde krijgen.
Net zoals een kroon of een scepter symboliseren de titels en namen een deel van de goddelijke rol die de farao heeft in de samenleving. Ze beschrijven de macht van de farao over het volk en de functie van medium tussen het volk en de goden.
De vijf titels van een farao zijn, in vaste volgorde:
Bij de tweede en de vierde titel gaat het om de farao als de vereniger van de beide landen: Opper- en Neder-Egypte.
![]() | Horus |
![]() | Beide Meesteressen |
![]() | Gouden Horus |
![]() | Koning van Opper- en Neder Egypte |
![]() | Zoon van Ra |
Slechts zelden worden alle vijf de titels en namen van een farao samen aangetroffen. Zo worden de eerste drie titels al vanaf het Middenrijk minder belangrijk en worden daarom ook minder vaak opgeschreven. Ook vormt de Zoon van Ra naam, ook wel de geboortenaam, tot de 4de dynastie geen onderdeel van de titulatuur. Waarschijnlijk omdat in die tijd het verschil tussen het menselijk bestaan van de farao (waarin hij leefde tot aan zijn kroning) en de goddelijke kwaliteit van zijn koningschap (uitgedrukt door de Horus titel), aanzienlijk groter was dan later. Maar na zijn dood werd zijn geboortenaam door latere geschiedschrijvers wel weer aan zijn titulatuur toegevoegd.

Cartouches
Vanaf de 3de en 4de dynastie verschijnen er cartouches om de Zoon van Ra naam en de Troon naam. Deze ovalen ringen dienen als bescherming tegen het kwaad. Alleen deze twee namen werden dus in een cartouche geschreven en de cartouche was alleen voorbehouden aan de farao.
Latere geschiedschrijvers brachten deze cartouches ook aan bij namen van farao’s van de eerste tot en met (eind) 3de dynastie, zoals bijvoorbeeld te zien is op de koningslijst op de wanden van de Osiris-tempel van farao Sethy I in Abydos.

De Horus titel en -naam

De levende koning wordt gelijkgesteld aan Horus, de god met de valkenkop. Als verticale kolommen staan weergegeven, dan wordt de Horus naam in een rechthoekig kader, de zogenoemde paleisfaçade of Serech, geschreven. Daar boven staat de valkgod Horus met of zonder dubbele kroon afgebeeld.
Wanneer de tekst in horizontale regels is gezet, wordt alleen de titel
hr
geschreven, gevolgd door de Horus naam. Hr wordt uitgesproken als her en vertalen we als: (de) Horus. Op de koningskaarten op deze website zetten we om esthetische redenen de Horus naam altijd horizontaal.
De Horus naam blijft de belangrijkste naam van de koninklijke titulatuur tijdens de vroegdynastische periode. Daarna verliest deze naam aan waarde ten opzichte van de Troon naam en de Zoon van Ra naam. De Horus naam blijft echter de hele faraonische periode in gebruik.
Voorbeeld: hiernaast.

De Beide Meesteressen titel en -naam
De eretitel
nb.ty
wordt uitgesproken als Nebty en vertalen we als: (de) Beide Meesteressen. De titel bestaat uit de twee beschermgodinnen van de Egyptische koningskronen. Het zijn de giergodin Nechbet uit El-Kab in het zuiden en de slanggodin Wadjet uit Boeto in het noorden. De titel symboliseert de dualiteit van Egypte: de Nijlvallei in Opper-Egypte en de Nijldelta in Neder-Egypte. Tegelijk symboliseert het ook de koning die de eenheid van de beide landen garandeert.
Voorbeeld:


De Gouden Horus titel en -naam
De Horus naam volgt op de eretitel
bk-nbw
Dit wordt uitgesproken als bik-neboe en vertalen we als: (de) Gouden Horus of (de) Gouden Valk. De betekenis is echter onzeker.
Voorbeeld:


De Troon titel en -naam (prenomen)
De Troon naam, die in een cartouche wordt geplaatst, volgt op de eretitel
(ny)-sw(.t) bit(y)
Dit wordt uitgesproken als nesoe-bity, hetgeen letterlijk betekent: hij die tot de biesplant behoort en die tot de bij behoort. Deze titel vertalen we als: (de) Koning van Opper- en Neder-Egypte.
Maar in werkelijkheid is deze titel wat complexer: het woord nesoe slaat op de eeuwigheid en onveranderlijkheid van de goddelijke koning, terwijl het woord bit slaat op de tijdelijke macht van de farao over de beide landen in een specifieke en eindige periode.
Vaak wordt in deze naam, die de koning vanaf zijn troonsbestijging aanneemt, de zonnegod Ra genoemd. In de vroegdynastische periode is deze naam nauw verwant aan de Beide Meesteressen naam. Meer dan eens is de Beide Meesteressentitel Nebty in deze periode geen aparte titel maar onderdeel van de nesoe-bity naam. Pas vanaf het einde van de 3de dynastie worden beide titels en namen echt apart gebruikt.
De Troon naam zal vanaf dan geleidelijk de Horus naam vervangen als meest belangrijke naam van de titulatuur.
Tijdens de 1ste en 2de dynastie wordt als Troon titel alleen

gebruikt, Dit wordt uitgesproken als soe en vertalen we als koning. Vanaf de 3de tot begin 5de dynastie worden zowel soe als nesoe-bity als titels gebruikt.
Voorbeelden:



De Zoon van Ra titel en -naam (nomen)
Ook in een cartouche wordt de naam geplaatst die volgt op de eretitel
sA ra
Dit vertalen we als: (de) Zoon van Ra. Deze naam wordt al vanaf zijn geboorte door de koning gedragen. Vandaar dat deze naam ook wel de geboortenaam wordt genoemd. De andere vier namen worden pas toegekend bij de troonsbestijging.
In de dynastische traditie wordt de naam vaak van vader op zoon overgedragen. Duidelijke voorbeelden zijn de Zoon van Ra namen uit de 12de dynastie: Amenemhat en Senwosret, uit de 18de dynastie: Amenhotep en Thoetmosis en uit de 19de en 20ste dynastie: Sethy en Ramses.
Vanaf het begin van de 4de dynastie wordt deze naam opgenomen in de titulatuur van de farao. Tegenwoordig kennen de meeste mensen een farao bij zijn Zoon van Ra naam. Die wordt dan de nomen, persoonlijke naam of geboortenaam genoemd. Omdat de Zoon van Ra naam pas in de 4de dynastie zijn intrede doet, zijn de bekende namen van de farao’s uit de 1ste tot en met de 3de dynastie meestal de Troon namen, of soms de Horus namen. We gaan er in deze periode dan van uit dat dat de naam was die de farao bij zijn geboorte meekreeg.
Binnen de egyptologie is de Zoon van Ra naam de gebruikelijke aanduiding voor een vorst. Hier wordt de Griekse traditie van het aanduiden van Egyptische koningen gevolgd. Voor een korte weergave van de koningsnaam gebruikten de Egyptenaren in het Oude Rijk zelf bij voorkeur de Horus naam. In het Midden- en Nieuwe Rijk werd vaker de Beide Meesteressen naam van een koning gebruikt.
Voorbeeld:

De koningskaarten
Deze vijf namen vindt u terug op de diverse ‘koningskaarten’ die u via de koningslijst kunt aanklikken. Bijvoorbeeld bij diverse vorsten van de 18de en 19de dynastie.